1/12/25

De aankomende nieuwe regeling inzake “slapende” rekeningen: confiscatie, onteigening of helemaal prima?

In België bestaat al sinds een wet van 24 juli 2008 een regelgeving die in essentie voorziet in een soort van confiscatie of onteigening van eigendommen van burgers én van ondernemingen: de Staat eigent zich gewoon het creditsaldo toe van bank- en effectenrekeningen (en andere tegoeden) die ze zelf eerst als “slapend” definieert.

Tot vandaag kon dat indien de tegoeden al minstens dertig jaar “sliepen”.  De federale regering plant nu om die termijn in te korten tot amper vijf jaar.  Dat is om vele redenen zeer problematisch.  Een overzicht.

Wat is een “slapende” rekening?

Een rekening wordt als 'slapend' beschouwd als  er gedurende vijf jaar geen verrichtingen hebben plaatsgevonden en geen contact meer is geweest met de financiële instelling die ze beheert, hetzij fysiek of door bijvoorbeeld online in te loggen.

Het gaat daarbij trouwens niet alleen om gewone bankrekeningen, maar al evenzeer om spaarrekeningen, effectenrekeningen, activa bewaard in kluizen (waarvan de huurprijs niet meer betaald wordt of de huur door de bank zelf is opgezegd…), en zelfs om verzekeringsproducten waarbij de begunstigde gedurende (amper) vier maanden niets van zich laat horen.  

Niet alleen burgers (particulieren) worden geviseerd, maar ook ondernemingen!

Wat gebeurt er als zo’n “slapende” rekening wordt vastgesteld?

De beheerders van die rekeningen (in essentie: banken en verzekeraars) moeten, in theorie, eerst pogen de eigenaars van de activa “op te sporen”.  Dat gebeurt door het verzenden van een (aangetekende) brief naar één of meerdere adressen, al dan niet met behulp van gegevens uit het Rijksregister.    

Komt daarop geen reactie, dan moeten ze de activa storten bij de Deposito- en Consignatiekas, dat is in essentie een aan de overheid toebehorende financiële instelling.   Op dit moment zou er al meer dan 750 miljoen euro bij de Depositokas bewaard worden.

Vanaf dat moment hebben de vermeende eigenaars dan dertig jaar de tijd (binnenkort dus slechts vijf jaar) om hun tegoeden (meer eventuele interesten) opnieuw op te eisen, daarna behoren die eenvoudigweg toe aan de Staat…  

Het problematisch karakter van deze regeling

In het algemeen gesteld, komt het zich toeëigenen van tegoeden die aan burgers toebehoren door de overheid, eenvoudig neer op een onbeperkte verbeurdverklaring of een onteigening.  Dat is verboden krachtens een resem aan internationale verdragen (onder meer artikel 1 Eerste Protocol EVRM) en de Grondwet (artikel 16).   Het Grondwettelijk Hof heeft zich al bij herhaling in deze zin uitgesproken.  De overheid trekt zich hier niets van aan want wie zal er over zeuren: er komt immers niemand opdagen?  En gebeurt dat toch, dan geeft men alles gewoon terug.  Niets aan de hand toch?

Verder bestaan er ook nu al geëigende procedures die de rechten van erfgenamen en begunstigden garanderen, onder rechterlijke controle uiteraard, bijvoorbeeld ingeval van nalatenschappen die zijn opengevallen zonder gekende erfgenamen (zie artikelen 4.37 en 4.58 Burgerlijk Wetboek).  Onderhavige regeling hoeft daar al evenmin rekening mee te houden.  Dat is op zich al merkwaardig want als de bank toegang heeft tot het Rijksregister in dit verband, zouden ze perfect kunnen vaststellen dat iemand overleden is… 

Ten slotte, kunnen er zeer valabele redenen zijn waarom burgers of ondernemingen gedurende een bepaalde tijd geen contact opnemen met een bank of een rekeningstand niet consulteren.  Denken we maar aan mensen die, om professionele of familiale redenen, langere tijd in het buitenland moeten gaan wonen en intussen hun spaargeld gewoon op hun spaar- of effectenrekening laten aangroeien of hun goud in de kluis laten liggen.  We kunnen ons daarbij perfect voorstellen dat een permanente opdracht om die huur van de kluis te betalen om één of andere reden niet doorging zonder dat de huurder het wist of bemerkte.  

Al evenzeer kan het gaan om minder mobiele mensen van een bepaalde leeftijd die gezond en wel zijn, maar geïsoleerd op het platteland leven zonder directe familie, en niet overweg kunnen met internet, niet echt belezen zijn, en verder hun spaarcenten niet nodig hebben en ze dus gewoon laten staan.  

En wat met een minderjarig kind voor wie de ouders indertijd (als wettelijke vertegenwoordigers) een spaar- of effectenrekening openden maar waar het kind zelf verder nooit heeft naar omgekeken omdat hij de spaarcenten ook, bijvoorbeeld, op z’n dertigste, (nog) niet nodig had? 

Wat als er iets misloopt in de communicatie met de bank na de fusie of splitsing van vennootschappen zodat de bank de verkeerde rechtspersoon blijft aanschrijven of de effecten van de rechtshandeling niet correct interpreteert of verwerkt? 

Of wat nog in het geval van erfgenamen van een rijke suikertante die jaren geleden allemaal geëmigreerd zijn naar de Verenigde Staten of Australië?  Is het dan ook helemaal ok om hun erfenis grotendeels door de Staat te zien opstrijken op basis van deze “slapende “regeling?   

Burgers en hun eigendom verdienen meer respect van hun overheid.  Confiscatie van eigendom en onteigening kunnen alleen mits rechterlijke toelating of, minstens, rechterlijke controle, en niet op basis van een eigengereid optreden van een paar banken in samenspraak met de Staat zelf.  

Actiemogelijkheden en conclusies

Er bestaan mechanismen om na te kijken of u enig actief bezit dat de Staat aanmerkt als zijnde “slapend”.  

Tegelijk is het zaak om tijdig een lijst op te stellen van activa die zouden kunnen ressorteren onder deze regeling, zeker wanneer men een verhuis overweegt voor langere tijd of wanneer het gaat om oudere mensen die wat hebben ingeboet aan zelfredzaamheid en kennis van moderne technologie (ouders, grootouders). 

Wanneer u naar het buitenland trekt voor middellange of lange termijn, kan u natuurlijk ook gewoon uw centen meenemen en plaatsen op een buitenlandse rekening.  Dan bent u zeker dat de Belgische graaicultuur er geen vat zal op hebben.

Wordt u toch geconfronteerd met een toepassing van deze wetsbepalingen, dan is er ook altijd toegang tot de rechter die een juist evenwicht kan herstellen, al dan niet met een voorafgaande vraag aan het Grondwettelijk Hof.

Vanbelle Law Boutique staat u graag bij in deze demarches en in de bescherming van uw (grond)wettelijke rechten en belangen en deze van uw onderneming en uw familie.  
Contacteer ons

Omdat u uniek bent, verdient u maatwerk en een persoonlijke aanpak

Laten we samenwerken
Contact